16 mei Hoe ik zonder fysieke voorbereiding de Mont-Ventoux omhoog fietste:
8 augustus 2016, een bijzondere dag, zonder voorbereiding (3 keer op de fiets gezeten) en mijn eerste jaar op de fiets beklim ik vandaag de Mont Ventoux!
We zijn met een hele club mensen bij elkaar deze week op de camping om Frank (onze familie vriend en buurman van vroeger) te gedenken en mijn vader Henny (na 27 jaar begraven te zijn geweest) uit te strooien.
Deze dag fietst de helft van de groep omhoog en daarna zullen we boven op de top samen komen met zijn allen op die speciale plek.
Ik heb ook besloten, dat ik dit jaar de berg wil fietsen.
Ik wil kijken of ik naar boven kan op mijn eigen manier, in mijn eigen tempo en mindful de berg op. Ik begin rustig aan en rijd een tijdje mee met Sanderijn en Susanne, op een bepaald moment schieten zij voorruit of ik misschien naar achteren, ik weet het niet.
Ik zie ze niet meer.
Nu ben ik alleen.
Ik ben hier samen met mijn gedachten.
Regelmatig komen de stemmetjes, die zeggen; doe toch normaal, zo is het wel even genoeg toch?
Ga lekker even langs de kant zitten en rust even uit, kijk hoe mooi het hier is!’ Maar ik ga door. Ik kijk af en toe achterom of er al aanmoedigende auto’s aankomen, we zijn met een hele club, maar dat is niet het geval.
Het is 8.45u ik zit al een uur op de fiets. Ze zullen zo wel komen. Ik raak in een lekker ritme en hoop niet dat ze nu komen, want dan raak ik er helemaal uit.
Waar zou die bocht zijn waar ze het steeds over hebben, die zware, die moest ik via de buitenbocht nemen want binnen langs was schijnbaar echt te stijl.
Ik blijf trappen, het is wel zwaar zeg. Ik krijg toch wel de behoefte om even te rusten, even afstappen en pauzeren. Zou wel jammer zijn. Sanderijn zei nog; ‘zorg dat je nooit afstapt, want dat kom je er niet meer op!’ Wat als het wel kan? Ik wilde het toch op mijn manier doen en luisteren naar mijn gevoel?
Zal ik? Ach even dan, even voelen hoe het is om weer op mijn benen te staan. Ik stap af en loop naast mijn fiets verder omhoog. Pfoe dat is lekker, maar het lopen is bijna zwaarder dan fietsen. Eventjes nog en dan fiets ik wel weer.
Dan hoor ik de eerste auto aankomen. Ze zullen vast een opmerking maken als ze me zien lopen.
De auto rijdt wat zachter en een raampje gaat open, Bas vd S. kijkt door het raam en roept: Jeetje Saar wat ben je al ver!
Huh al ver??? Hij zegt niks over het lopen. Wat fijn. Al ver?! Wauw zijn reactie geeft moed, ik stap weer op mijn fiets en ga door.
Na 10 minuten zie ik de bocht, oh man hoe ga ik dat doen? Ik hoor een auto achter me. ‘ hup mama!’ Shit net in die bocht! En ja hoor, zij pakken de buiten bocht, dus ik moet wel de binnen bocht pakken! Ik fiets door en staande op mijn fiets kom ik die bocht eigenlijk wel makkelijk door. Gelukt! Dat viel mee! Ik was al bang dat ik voor hun neus op mijn bakkes zou gaan maar, dit mocht best gezien worden. Al joelend en aanmoedigend rijden ze verder. Dan zie ik ze na een paar minuten langs de kant staan. Oh, wat voel ik een groot verlangen om af te stappen en met ze mee te rijden in de auto! Het voelt als heimwee. Ik wil met jullie mee jongens! Ik wil niet meer! Ze moedigen aan;’ Kom op Saar ga door je kan het!
Pfff, ik trap door maar wil het liefst afstappen! Wat een innerlijke strijd! Waarom doe ik dit in godsnaam. Ik fiets door. Na een paar minuten kom ik langs een mooi plekje. Nu kap ik ermee. Ik stop en ga even op een rots zitten. Even bezinnen. Even rust. Is dat nou zo erg? Al die stemmen in mijn hoofd, die zeggen dat je nooit moet stoppen, want dan kom je niet meer op gang. Wat houd ik er blijkbaar toch van tegen alles in te gaan en te ontdekken wat voor mij werkt. Al die horror verhalen van iedereen de afgelopen weken, het ene na het andere advies kreeg ik en ook opmerkingen dat het echt zwaar is en of ik het wel zeker weet? De woorden hadden me makkelijk tegen kunnen houden om vanuit Bedoin te vertrekken of überhaupt te gaan , maar ik wilde het zelf ontdekken. Mijn eigen ervaringen op doen. Ik ga die berg op en al ga ik na 10 minuten weer naar beneden, in het moment kijken hoe ver ik kom. Dat ben ik nu aan het doen toch? Gaan en wel zien hoe het gaat. Bas en de kids komen weer langs. Ze zien me zitten en stoppen. De kinderen krijgen ruzie over een hoefijzer, die ze gevonden hebben. Daar zit ik niet op te wachten. Rijden jullie maar weer lekker door en laat mij maar even. Ze rijden verder en ik ga door. Na 10 minuten stop ik weer. Pfff, wat is dit pittig en stijl! Ik stretch, zit even en eet mijn proteïne reep op. Er komt een man aan die ook even stopt, ik vraag hem hoe ver we zijn, ik heb geen idee waar ik ben, heb ook geen metertjes op mijn fiets. Hij zegt dat we al op 16 km zitten. Wat?!? Dat is echt al ver! De top is 21 km ofzo. Yes, dan ga ik weer verder! Ik wens hem succes en ga verder. Man oh man wat zijn het steile stukken! Blijven ademhalen, bewust, in en uit, aandacht bij mezelf en in het hier en nu. Er is een grotere kracht waar ik me op aan kan sluiten en die me ondersteunt. Ik neem dat aan en laat adem door me heen gaan. Dat helpt. Focus weer terug brengen. Ik fiets een stukje met een jong manneke op, ook Nederlands. Zijn ouders moedigen aan. Ook mij. Dat is fijn.
Na een tijdje ben ik bij Reynard, dat was mijn eerste doel. Daar staan weer wat van onze mensen en ik hoor dat Quirin en Pim even naar de wc zijn en dan verder gaan. Misschien wil ik met hen mee naar boven? Ik besluit ook even naar het toilet te gaan en een reep te nemen. Die smaakt zo heerlijk! Gulzig eet ik hem op maar na de laatste hap valt die, als een blok in mijn maag en ik word misselijk. Weg ermee. We fietsen verder. Ik zie die kale top. Ik ben al zo ver! Dit ga ik echt wel afmaken! Ik wil de euforie voelen als ik daar op die top ben. Ik fiets samen met Quirin en Pim op, maar al gauw ben ik ze een stukje voor. Ik kom steeds dichterbij. Elke keer als ik de bocht naar rechts maak, fiets ik in de harde wind. Het is echt loodzwaar. Bas belt. Shit ik kan toch niet opnemen? Toch maar even proberen. ‘Waar ben je?’. ‘ Ik fiets bijna bij de top! Kan niet praten. Tot zo!’ En ik stop hem in mijn zak. Bij de volgende bocht staan ze. Teun heeft een blikje Oasis. ‘Oh dat wil ik Teun! Kan je het me geven terwijl ik doorga?’. ‘ Ja dat gaat mama, hier!’ Jezus, ik drink niet vaak zoetigheid, daar houd ik helemaal niet van, maar nu smaakte het verrukkelijk! Dat geeft weer even energie! Weer een bocht naar links phoe, even uit de wind. Elke keer denk ik dat ik er bijna ben en dan komt er weer zo’n bocht naar rechts! Ik word echt moe. Ik zie dat ik nog 3 stukken moet.
Dit zijn wel echt f…ing zware loodjes, ik kan bijna niet meer. Ik zie die top en begin nu toch wel vechtlust te krijgen en tegelijk op te raken. Het zal me toch niet gebeuren, dat ik zo ver ben en dat laatste stukje niet ga halen!?!
Gelukkig komt Hiske me in de auto die laatste bochtjes aanmoedigen, dat helpt enorm. Wat doet ze dat fijn! Dit laatste stukje begin ik mijn stem te gebruiken om wat energie op te wekken. Dat helpt. Ook komen er emoties los, wat is dit zwaar en wat ben ik al ver! Dan kom ik aan en staat er een fantastisch groep mensen boven aan de top (waarvan de helft ook heeft gefietst ) me aan te moedigen en op te wachten….hard joelend…..hartverwarmend….nog net dat kleine laatste loodzware stukje….en dan ben ik over de streep en ik stap van mijn fiets af, tril op mijn benen en breek en alle emoties komen er even uit….omarmd door mijn lieve moeder, zusje en Teun laat ik het maar even gaan……en geniet van deze overgave….wanneer laat ik me nu zo gaan en opvangen door de mensen die ik lief heb? Dat doe ik niet zo makkelijk.
Een halfuurtje later staan we met de hele club op de top om Frank te gedenken en mijn vader’s as, na 27 jaar begraven te zijn geweest, alsnog uit te strooien. De meesten nemen een handje vol as en gooien het de lucht in. Bij mij waaide het meteen weer terug in mijn gezicht. Er wordt gelachen. Lastig weg vliegen zo. Even goed kijken waar de wind heen gaat. De kinderen hebben allemaal een steen geschilderd en zoeken een mooi plekje om de rots, waar we Frank 18 jaar geleden hebben uitgestrooid. Mama staat klaar om het laatste restje te laten gaan en ik voel dat dit een mooi moment is om met mijn stem de woorden te laten klinken die in mij omhoog borrelen. Ik geef aan dat ik graag wat zou zingen. Ik zing een geïmproviseerd liedje en daarna zitten we in stilte bij elkaar. Er volgt een serene stilte die zacht en vredig aan voelt. Zelfs de kinderen zijn stil. Ieder met zijn eigen gedachten bij hoe het is en hoe het ooit was.
Zo bijzonder….een mooie club mensen, die een verleden delen en om de 5 jaar bij elkaar komen om hier aandacht aan te geven. Het was echt een bijzondere dag….❤️
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.